De Wet goed verhuurderschap en de rol van woningcorporaties

Geschreven door Stijn van der Linde
12 juni 2023

De Wet goed verhuurderschap geeft aanvullende regels voor alle partijen die bij het verhuurproces betrokken zijn. De Wet goed verhuurderschap heeft ook gevolgen voor woningcorporaties, al geldt voor hen een lichter regime. Nieuw is verder dat woningcorporaties als beheerder kunnen optreden in gevallen waarin de verhuurder het beheer over de woning kwijtraakt.

Voor woningcorporaties geldt een lichter regime

Woningcorporaties zijn als toegelaten instelling van verschillende regels uit de Wet goed verhuurderschap uitgezonderd. Of eigenlijk: de regels uit de Wet goed verhuurderschap zijn niet op woningcorporaties van toepassing, tenzij de wetgever uitdrukkelijk heeft bepaald dat een verplichting ook ten aanzien van toegelaten instellingen geldt. De Woningwet bepaalt dat woningcorporaties en hun dochtermaatschappijen zijn onderworpen aan een aantal verplichtingen uit de Wet goed verhuurderschap. Daarmee is het lichtere regime voor woningcorporaties gegeven. Dat regime ziet er als volgt uit.

Woningcorporaties hebben net als andere verhuurders de verplichting om in overeenstemming met de regels van goed verhuurderschap te handelen. Voor hen betekent dat ook een discriminatie- en intimidatieverbod. Woningcorporaties zijn verplicht om (1) een heldere en transparante selectieprocedures te hanteren, (2) objectieve selectiecriteria te gebruiken en te communiceren bij het openbaar aanbieden van woonruimte en (3) de keuze voor de gekozen huurder aan de afgewezen kandidaat-huurders te motiveren. Van die laatste verplichting zijn woningcorporaties overigens uitgezonderd als zij gebruikmaken van een woonruimteverdeelsysteem. Zij hoeven verder geen werkwijze vast te leggen die is gericht op het voorkomen van woondiscriminatie.

Woningcorporaties zijn wel gebonden aan de aanvullende regels over de waarborgsom en servicekosten. Ten slotte moeten ook woningcorporaties de huurovereenkomst schriftelijk vastleggen en dienen zij de informatieverplichtingen uit de Wet goed verhuurderschap na te leven. Meer over deze verplichtingen leest u in ons algemene artikel over de regels van goed verhuurderschap.

Woningcorporaties die ook woningen aan expats of arbeidsmigranten verhuren, zijn bovendien gebonden aan de algemene regels die op de verhuur aan expats van toepassing zijn.

Woningcorporaties hoeven niet over een verhuurvergunning te beschikken

Gemeenten hebben op grond van de Wet goed verhuurderschap de bevoegdheid gekregen om een vergunningplicht voor verhuur in te voeren. Zij mogen die plicht niet aan woningcorporaties opleggen. Dit hangt samen met de omstandigheid dat op woningcorporaties een wettelijke taak rust om uitsluitend op het gebied van volkshuisvesting werkzaam te zijn en dus woningen te verhuren. De Autoriteit woningcorporaties houdt daar toezicht op en zal er ook op toezien dat woningcorporaties voldoen aan de verplichtingen van goed verhuurderschap. Huurders van woningcorporaties hebben daarmee een vergelijkbare bescherming als huurders van andere verhuurders, ook zonder dat zij over een verhuurvergunning beschikken.

De woningcorporatie als beheerder op grond van de Wet goed verhuurderschap

Bij slecht verhuurderschap zijn gemeenten in een aantal gevallen bevoegd om de verhuurder te verplichten de huurwoning in beheer te geven. De gemeente kan het beheer zelf uitvoeren of daar een externe beheerder voor aanstellen. Ook woningcorporaties komen voor die taak in aanmerking. Zij zijn niet verplicht om een beheeropdracht te aanvaarden.

Zodra een woningcorporatie als beheerder is aangesteld, is zij verantwoordelijk voor het in gebruik geven van de woning, het innen van de huurpenningen en alle andere handelingen die tot de rechten en plichten van een verhuurder behoren. Onder de andere rechten en plichten van een verhuurder behoort ook het herstellen van gebreken en het uitvoeren van onderhoud. Daarnaast kan de gemeente bepalen dat de woningcorporatie als beheerder specifieke noodzakelijke voorzieningen of aanpassingen moet aanbrengen.

De woningcorporatie moet haar beheertaken kostendekkend kunnen uitvoeren. Daarom heeft zij voor het uitvoeren van haar beheertaken recht op een beheervergoeding. Zij heeft ook recht op vergoeding van de kosten die zij maakt in het kader van noodzakelijke voorzieningen en aanpassingen. De beheervergoeding en overige kosten worden veelal verrekend met de door de woningcorporatie ontvangen huurpenningen. Na verrekening is de woningcorporatie verplicht om het resterende bedrag aan de verhuurder uit te betalen. Ontstaat er een tekort? Dan moet de verhuurder dat tekort aan de woningcorporatie voldoen. Zo nodig kan de gemeente het bedrag met een dwangbevel invorderen.

Het beheer is een tijdelijke taak, maar eindigt niet op een vooraf vastgesteld tijdstip. Dit gebeurt pas als de woningcorporatie volledig is gecompenseerd voor haar werkzaamheden (en aanvullend: nadat de verhuurder voldoende aannemelijk maakt dat hij in de toekomst als goed verhuurder zal handelen en eventueel noodzakelijke voorzieningen en aanpassingen zijn uitgevoerd).

Meer weten over de Wet goed verhuurderschap?

Lees onze andere artikelen over de Wet goed verhuurderschap of leg uw vraag voor aan onze huurrecht specialisten.

LiebregtsLeistra

Waar kunnen we u mee helpen?

Contact