Het tijdelijk verhuren van woonruimte

Geschreven door Stijn van der Linde
10 juli 2024

Op 1 juli 2024 is de Wet vaste huurcontracten in werking getreden. Deze wet zorgt ervoor dat huurcontracten voor onbepaalde tijd (weer) ‘de standaard’ worden. Dat geldt voor zelfstandige en onzelfstandige woonruimten. De wetgever wil dat huurders meer zekerheid krijgen over hun woonsituatie. Het tijdelijk verhuren van een woonruimte is dus niet meer mogelijk, maar er zijn wel uitzonderingen. Bij bepaalde groepen en in bepaalde situaties kan de verhuurder toch nog een tijdelijk contract aanbieden.

Tijdelijke huurcontracten gesloten vóór 1 juli 2024

Tot 1 juli 2024 was het makkelijker om tijdelijke huurcontracten af te sluiten. Ben je huurder of verhuurder met een tijdelijk huurcontract en heb je die gesloten vóór 1 juli 2024? Dan verandert er dus niks voor jou.

Let op! Aanzeggen blijft vereist voor tijdelijke huurcontracten van vóór 1 juli 2024

Vaak denken huurders en verhuurders dat tijdelijke huurcontracten automatisch aflopen en dat zij daarvoor niks hoeven te doen. Dat is niet zo. Een tijdelijk huurcontract eindigt namelijk alleen als er wordt aangezegd. De verhuurder moet de huurder schriftelijk informeren over het einde van het huurcontract. Aanzeggen is een verplichting voor de verhuurder. De verhuurder mag niet te laat en niet te vroeg aanzeggen. Over aanzeggen lees je meer in deze blog.

Tijdelijke huurcontracten gesloten per 1 juli 2024

Hoewel huurcontracten voor onbepaalde tijd weer ‘de standaard’ zijn, bestaan er een aantal groepen waarvoor tijdelijke huurcontracten mogelijk blijven. De uitzonderingen staan in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Op grond van de AMvB kan er vanaf 1 juli 2024 wel een huurcontract van bepaalde tijd worden aangegaan met:

  1. studenten die voor hun studie tijdelijk in Nederland wonen;
  2. personen die door met dringende werkzaamheden of renovatie van hun huurwoning tijdelijk ergens anders moeten wonen;
  3. personen die uit een maatschappelijke opvang komen of in een sociale noodsituatie verkeren en dat kunnen aantonen;
  4. huurders met wie de verhuurder een tweede kanscontract aangaat: huurders van wie een eerder huurcontract is beëindigd, bijvoorbeeld omdat deze ernstige overlast veroorzaakte;
  5. jongeren tussen de 16 en 27 jaar die hun hoofdverblijf bij een ouder/verzorger hadden en het huurcontract overnemen na het overlijden van deze ouder/verzorger (de hoofdhuurder);
  6. ouders die scheiden, aantoonbaar niet meer samenwonen en tijdelijk een woning huren om dichtbij hun kind of kinderen te blijven wonen;
  7. personen die voor hun werk tijdelijk op één van de Waddeneilanden een woonruimte nodig hebben;
  8. vergunninghouders (statushouders) die uit een COA-opvanglocatie komen en woonruimte huren in afwachting op definitieve huisvesting.

Bij bovengenoemde groepen heeft de verhuurder dus een keuze tussen het aanbieden van een huurcontract voor onbepaalde tijd of een huurcontract voor bepaalde tijd. Een huurcontract voor bepaalde tijd kan maximaal voor 2 jaar worden aangegaan. De verlenging van een tijdelijk huurcontract geldt als een verlenging voor onbepaalde tijd.

Beëindigen van tijdelijke huurcontracten met bij AMvB genoemde personen

Voor het beëindigen van een tijdelijk huurcontract dat is aangegaan volgens één van de categorieën zoals in de AMvB genoemd, is aanzeggen vereist. Dat werkt op dezelfde manier als bij de tijdelijke huurcontracten die voor de Wet vaste huurcontracten werden gesloten. De verhuurder moet de huurder dus op tijd schriftelijk informeren over de naderende einddatum. Dat bespreek ik verder in deze blog.

Tijdelijke huurcontracten in andere situaties

Voor de Wet vaste huurcontracten bestonden er ook bijzondere situaties waarin tijdelijke huurcontracten mogelijk waren. Denk bijvoorbeeld aan de verhuur van een studentenkamer. Veel van deze situaties blijven bestaan. Bijvoorbeeld:

1. Verhuur via de Leegstandswet;

Als een woning tijdelijk onnodig leegstaat, mag je de woning tijdelijk verhuren volgens de Leegstandwet. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de woning nog niet is verkocht, terwijl de oude bewoner al is verhuisd. De gemeente moet hiervoor toestemming geven. Er gelden per situatie specifieke regels, zoals de maximale periode van het huurcontract.

2. Tussenhuur of diplomatenclausule;

Mensen die tijdelijk afwezig zijn, bijvoorbeeld als ze een lange reis maken of werken/studeren in het buitenland, kunnen hun woning tijdelijk verhuren. De huurder vertrekt als de verhuurder terugkomt. De huurder mag het huurcontract niet tussentijds opzeggen.

3. Doelgroepcontracten;

De woning is bedoeld voor huurders uit een specifieke doelgroep. Doelgroepen zijn jongeren, studenten, promovendi, ouderen, gehandicapten en grote gezinnen. Voor dit soort contracten zijn er specifieke eisen.

4. Hospitaverhuur;

De verhuurder, de hospita, woont met de huurder in dezelfde woning en deelt de gemeenschappelijke voorzieningen met de huurder. Verhuurder en huurder mogen niet samen één huishouden hebben.

5. Huurcontract dat ‘een gebruik betreft dat naar zijn aard van korte duur is’;

De verhuurder verhuurt een woning voor een bepaalde korte periode. Denk bijvoorbeeld aan een vakantiehuisje.

Beëindigen van huurcontracten sinds 1 juli 2024

Als er geen sprake is van een van de situaties die hierboven staan, dan betekent dat dat je een huurcontract voor onbepaalde tijd hebt. Het beëindigen van een huurcontract voor onbepaalde tijd mag niet zomaar. Daar zijn strenge eisen aan verbonden. Daarover lees je meer in de blog over het beëindigen van een huurcontract.

Heb je vragen?

Heb je vragen over de Wet vaste huurcontracten? Neem dan gerust contact met mij op! Ik kijk en denk graag met je mee.

LiebregtsLeistra

Waar kunnen we u mee helpen?

Contact